zaterdag 29 mei 2010

De AOW van 65 naar 67 jaar. Een cynische rekensom?

De indiening van het wetsvoorstel over de verhoging van de AOW leeftijd van 65 naar 67 jaar is voor het volgende kabinet. 't Ziet er niet al te best uit voor de tegenstanders, waaronder ik mezelf reken. Alleen de SP en de PVV willen de AOW op 65 jaar laten.
Voorstanders komen met de volgende argumenten. De AOW wordt te duur, de mensen worden steeds ouder en de grijze golf legt een te zware belasting op de werkenden. 't Klinkt allemaal heel plausibel maar het is allemaal ook weerlegbaar. Dat het een dure geschiedenis is evident en leidt tot de volgende cynische afweging. Het is gewoon een rekensom. Econometrie heet dat. Econometrie is de wiskundige berekening van economische processen.

Hoe ik daarbij kom? Luister en huiver: men gaat uit van een werkende man van omstreeks 40 jaar en laat daarop een kansberekening los, deze: hoe groot is de kans dat deze 40-jarige de 65 jaar niet haalt? Wel, statistisch is bewezen dat 1 op de 6 tussen de 40 en 65 jaar het tijdelijke met het eeuwige verwisselt. Tel uit je winst, 16,666% van de opgebouwde pensioenrechten wordt niet geclaimd. Volgende vraag: hoe groot is de kans dat de 40-jarige de 67 jaar niet haalt? Nou, diezelfde statistieken wijzen uit dat 1 op de 5 tussen de 40 en 67 jaar de pijp uit gaat (of een tuintje op zijn buik krijgt, kies maar uit). Da's 20% die niet geclaimd wordt. Zo is de AOW natuurlijk wel wat betaalbaarder geworden.

Bernard Wientjes, de voorzitter van het VNO/NCW (werkgevers) wil zelfs, dat we tot 70 jaar doorwerken. En dan? Dan wordt het allemaal heel betaalbaar, want 1 op de 3 legt het loodje tussen de 40 en 70 jaar.

Geloof je het niet? Inderdaad worden de mensen ouder tegenwoordig, maar gerekend vanaf 65 jaar geldt dat maar voor 4% van de mensheid.

En daarom ben ik tegen verhoging van de AOW-leeftijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten