woensdag 30 januari 2013

Mijn emotionele cv (deel 3)

Vrouwen


Ben lang kind gebleven, ik speelde op mijn vijftiende nog cowboytje en bouwde hutten, waarin ik dan met mijn vrienden sigaretten en shag zat te roken. Exemplaren van het vrouwelijk geslacht werden eigenlijk amper opgemerkt. Vriendjes met een rok of jurk aan, zo ongeveer. Natuurlijk wist ik van het verschil tussen jongens en meisjes. Ik heb een jonger zusje en met buurmeisjes en nichtjes heb ik ook wel aan een "uitwisselingsprogramma" meegewerkt. Toen heette dat "doktertje spelen" en tegenwoordig kom je er mee in de krant onder de kop "Vijfjarige maakt zich schuldig aan seksueel misbruik". Tijden veranderen nietwaar?

Maar goed, met vijftien verandert toch je hormonale huishouding en zo langzamerhand kreeg ik meer belangstelling voor het vrouwelijk schoon. De tijd van de onmogelijke liefdes op afstand brak aan. Prachtige puber-meisjes op de roeivereniging, die mij helemaal niet zagen staan..... Ik zat niet bij hen op school, ik hoorde niet bij hun sociale netwerk en heel belangrijk, alhoewel je je dat op die leeftijd niet realiseert, ik had hun niets, maar dan ook helemaal niets te bieden, behalve een hoop onbeholpen geiligheid. Maar van dat soort liepen er op de vereniging wel meer rond. Life sucks met acne, poëtisch gesteld....

Feestjes met plafonds waaraan visnetten met ballonnen en broeierige verlichting waren gehangen en slijpen, langzaam schuifelen op rockballads, met het meisje zo dicht mogelijk tegen je aan gedrukt, dat was het hoogst haalbare. Het eerste vrouwspersoon dat aantoonde ook "lichamelijke behoeftes" te hebben heette Corrie,   ze dwong me tijdens "je 't aime, moi non plus" van Serge Gainsbourg en Jane Birkin in een stil hoekje en begon te tongen. Geschokt, verward en helemaal van de richel was ik. Niet zo lang, maar toch.....

En zo knoeide ik voort tot m'n negentiende. Hier een zoentje, daar een blauwtje, dat soort dingen. Ik herinner me een "verovering" op de zondagmiddag in discotheek TumTum in Beverwijk (Hilbersplein), ik bracht haar naar huis, ze woonde in Oosterwijk, een jaren zestig wijk in Beverwijk, lopend, stijf gearmd. Bij de voordeur van haar ouderlijk huis werden we opgewacht door haar vader, ze glipte langs hem naar binnen en ondergetekende werd heengezonden met de mededeling, "Anneke (of hoe ze ook heten mocht) heeft haar eigen vrienden en ik heb liever dat u gaat". Achteraf had ik hoogstwaarschijnlijk een aardig biertje op en was ik wellicht wat te opdringerig, maar toen was ik hevig teleurgesteld en al het geloof in de generatie van onze ouders verloren. Toen ik negentien jaar oud was ging ik mijn militaire dienstplicht vervullen, zoals de meeste jongens in die tijd. Het was midden in de tijd van de Koude Oorlog en Nederland had nogal wat vooruitgeschoven strategische posten in het oosten van het toenmalige West-Duitsland. Ik belandde bij de Luchtmacht en die bezat vijf geleide wapen bases tussen het Weser Bergland en de Harz. Nogal wat van mijn lichting moesten die kant op, opvallend genoeg, vooral degenen die een relatie hadden, dus getrouwd of verloofd. Scribent was, zoals gezegd, nog vrijgezel en kwam op vliegbasis Ypenburg tussen Den Haag en Delft terecht bij het Korps Luchtmachtstaf, pak 'm beet 45 kilometer van huis af en ik mocht thuis wonen. Wat een geluk. Het vrijgezel zijn had ook zo zijn voordelen blijkbaar. Logica zat er niet bij, maar 't kwam mij wel goed uit.

Ik was lang en breed 21 toen ik uit dienst kwam en geen twee weken na mijn afzwaaien had ik verkering, met de zus van de vriend van mijn eigen zuster. Deze dame heeft mij ingewijd in de geheimen van de liefde en mij voor het eerst het begrip luddevedu bijgebracht, liefdesverdriet that is....
Want aan alles komt een eind en ook aan "goilighoid", zoals ze dat in West-Friesland zo plastisch uitdrukken. Want het feit was, ik was dan wel meerderjarig, maar woonde nog steeds bij pa en ma, had niets gespaard en alles er doorheen gejaagd en had de dame dus nog steeds, niets maar dan ook niets te bieden.

Binnen een paar maanden was het weer raak, mijn zus had inmiddels een nieuwe vriend, maar ook een vriendin die bij haar op het koor zong. Dus broerlief werd gevraagd om mee te gaan naar De Bokkesprong in Groet als begeleider van haar vriendin. Zestien was ze, nog scholier. Met haar ging alles in drieën. Drie jaar verkering, drie jaar verloofd en drie jaar getrouwd. Einde verhaal.

't Was een geweldige vriendin, met wie ik een hoop heb meegemaakt en een hoop gelachen en gehuild. Maar een vriendin is wat anders dan een echtgenote. Als getrouwd paar faalden wij, geen excuses, zeker niet voor mij. 't Was na drie jaar gewoon op en onze wegen scheidden.

Mijn vrijgezelle tijd duurde acht maanden, in die tijd heb ik nog zes weken iets gehad met een hele mooie dame, moeder van twee kinderen, maar dat was slechts tijdelijk, dat wisten we allebei.

Inmiddels was het de winter van 1984-1985. 't Moet ergens in januari 1985 geweest zijn dat ik 's nachts van mijn werk kwam bij het Noordhollands Dagblad in Alkmaar en besloot om nog even een biertje te pakken in mijn stamkroeg, in de nacht van vrijdag op zaterdag. 't Was er rustig en aan de bar zaten onder andere twee dames, met wie ik aan de praat raakte. Onbenulligheden over het weer en of ik al geschaatst had. De dames vroegen op een gegeven moment aan de uitbater van de kroeg of hij een taxi wilde bellen en toen gebeurde het. De barkeeper zei, dat ik volgens hem bij de dames in de buurt woonde en vast en zeker met de auto was, zij konden wel met mij meerijden. En zo gebeurde het. De jongste en de kleinste van de twee dames dirigeerde haar vriendin op de achterbank en zij ging naast mij zitten. De jongste bleek bij de andere te logeren, haar kinderen waren naar haar ex, ze woonde drie straten bij mij vandaan. We maakten een losse afspraak, ik zou bij haar langskomen.

Dat deed ik niet, ik ben daar te verlegen voor, althans, tegenover vrouwen. Een week of twee later kwam ik haar tegen tijdens de jazzavond in dezelfde kroeg. Ze was met een vriend. Ze herinnerde mij aan de afspraak, dat ik bij haar langs zou komen.

't Was weer de nacht van vrijdag op zaterdag, van 7 op 8 februari 1985, ik was thuis, net uit mijn werk gekomen en dronk nog een biertje en zat wat muziek te luisteren toen de bel ging. 't Was één uur 's nachts. Ze stond voor de deur, "ik dacht, dat je bij me langs zou komen?"

Volgende week zaterdag, 8 februari 2013, zijn we 28 jaar een stel......

woensdag 16 januari 2013

Tradities en namen

Er zijn mensen die mij een fossiel zullen noemen. De tijden veranderen en ik sputter tegen. Iets van alle tijden en niet iets om je druk over te maken. Maar dat is weer in tegenspraak met dat tegensputteren. Naarmate ik ouder word ben ik steeds meer bezig met het verleden en de tradities uit het verleden. Sommige van die tradities vind ik mooi, het laat zien waar je vandaan komt en wie je voorvaderen zijn. Bij mij in de familie van vaders kant was het de gewoonte om de oudste zoon Freerk te noemen en de eerste dochter Grietje. Daarna kwam er steevast een Paul in de mannelijke lijn, gevolgd door een Albert en een Gerrit of Geert. Als het met de viriliteit van de echtelieden wel goed zat, dan kwam er meestal een Jakob of een Jan te voorschijn. Als de kinderen stierven, dan aarzelde men niet om de eerstvolgende boreling weer te vernoemen naar het overleden kind. Zo kon het voorkomen, dat er drie keer een Jan van het zelfde echtpaar bij de Burgerlijke Stand bekend was. Mooi zoiets, hou ik van.

Zo niet de huidige generatie, die driftig bezig is met voortplanten. Nog niet zo lang geleden kwam mij ter ore dat er een nieuwe nazaat onderweg is. Kleinkind nummer drie. Scribent mag zich al grootvader noemen van twee jongedames, de oudste wordt over een week 15!!!! Jahaa, de jongste zoon werd vader toen hij 19 jaar oud was en mijn echtvriendin en ik respectievelijk 43 en 44 jaar oud waren. De oudste kleindochter heet Verona Soraya, een prachtige naam, maar...... heeft niets met traditie en voortzetting van de familienamen te maken. Overigens, maar dat weten de meeste van mijn volgers al, ben ik niet de natuurlijke vader van onze kinderen, poëtisch gesteld, "geen loten van mijn stam". Maar Verona Soraya heeft van moeders kant Antilliaans bloed en daar houdt men van barokke namen. Bekt 't lekker? Prima toch?

Zoonlief heeft ook een dochter van drie jaar en die heet Julie. Frans, Duits van oorsprong en afkomstig van Julius, wat in het Latijn "de jeugdige" betekent. Men is tegenwoordig Angelsaksisch georiënteerd dus de uitspraak is "Djoelie". Alweer, 't bekt wel lekker, maar van traditie of vernoeming is geen sprake. Niemand in de lijn van mijn vrouw, of van de "echte" vader van zoonlief, heet zo.

En nu is nummer drie onderweg en verdomd, Bas heeft z'n sokken aangehouden bij "de daad", de twintig weken echo doet ernstig een telg van het mannelijk geslacht vermoeden. Tegenwoordig hoef je maar een maand of vier te wachten voordat je weet, welke kleur de babykamer moet worden, de techniek staat voor niets he? En die techniek, waarmee men dat kan zien, de echo, heeft ook wel raakvlakken met de conceptie. Iets met blote buiken, glibberig spul en wrijven. Heel dierbaar allemaal.
Maar goed, de aanstaande kleinzoon heeft al een naam ook. 't Zijn ongeduldige tijden en alles moet snel, snel, snel. Zijn naam is Damian. Uitspraak: "Deemjun". Angelsaksisch van oorsprong en de betekenis is "De Temmer of Onoverwinnelijke". Hier in Nederland zeggen we gewoon Daan, maar dat klinkt niet "cool". Voor zover ik weet, zit daar ook geen vernoeming aan vast. De beide natuurlijke grootvaders heten Rob en Jack en de beide overgrootvaders ook, dus dat is 'm niet. De vader van mijn lief heette Aalbert en de broers van mijn echtvriendin hebben ook andere namen. Niks geen traditie. De naam Damian is hier vooral bekend van de eind jaren zeventig film "Damian, het Omen". Een zeer verontrustende film over een bleek jochie met sluik zwart haar, met de tatouage "666" op zijn hoofdhuid. Omen betekent "Voorteken" en de nogal enge jonge man, blijkt de duivel in mensengedaante te zijn. Ik ben geen liefhebber van dat soort films, maar in die tijd leefde ik met iemand samen, die dat helemaal geweldig amusement vond. Nothing 's new...... really. Maar dat soort dingen schiet dan door mijn hoofd, als ik de naam van de aanstaande boreling hoor..... Kunnen de blije ouders niets aan doen, dat is mijn gekte en daar moet ik het mee doen. En gelukkig hoeven zij zich er ook niets van aan te trekken.

Maar, zij zijn de enigen niet. Namen als Greetje, Cornelis, Jaap of Kees, Joke of Johanna hoor je zelden nog. En verdomd als het niet waar is, hoe lager de sociale status van de ouders, hoe barokker de naam. Vooral in Antilliaanse kringen hebben de kinderen vaak vijf of zes voornamen, waarbij je op elke voornaam een tong-verstuiking oploopt. Ik vraag me wel eens af of men er wel eens bij nadenkt dat zo'n schaap heel zijn of haar leven met zo'n naam moet doen. Een aantal jaren geleden hoorde ik een vrij jonge moeder tegen een meisje van een jaar of drie, vier oud met een heel bleke huid en felrood haar op het hoofd mopperen. "Savannah, nou moet je ophouden met je geklier, anders wordt mama heel erg boos". Logisch, dat het kind liep te klieren, met zo'n naam. Die geef je aan een prachtig, donker Afrikaans kind, niet aan een bleke Bet uit Noord-Europa. Maar 't kan nog veel erger. Laatst liep ik op straat, naar ik meen in Joure en toen riep een moeder haar dochtertje, die te ver uit de buurt dreigde te zwerven: "Yoni, kom bij mama, hier blijven lieverd!!" Yoni is van oorsprong Sanskriet en is de poëtische benaming van het vrouwelijk geslachtsdeel. Kijk maar in de Kama Sutra. De moeder (en vergeet de vader niet) heeft dus nooit de Kama Sutra gelezen en heeft haar dochter "Kut" genoemd en daar kun je het als nazaat dan mee doen.

Maar zoals ik al zei, ik ben een fossiel. 't Voordeel van fossielen is echter, dat ze heeeeel oud zijn, dus ik mag nog een tijdje zeiken over van alles en nog wat, naar ik mag hopen.