woensdag 29 oktober 2014

Vraaggefprek

Als je nou....... ik noem maar iemand, de koning te spreken kreeg, wat zou je hem dan vragen of te zeggen hebben? Ik heb werkelijk geen idee. Nooit over na gedacht en ik hoef ook niet zo nodig. Per slot van rekening ben ik geen journalist, en ambieer ik ook geen carrière switch in die richting, nu mijn werkzame leven langzamerhand lijkt dood te bloeden.

Want hoe zou dat gaan? Ik fantaseer een vraaggesprek met zanger Rob bij elkaar. Alle overeenkomsten met bestaande zangers berusten op louter toeval.

De interviewer: Beste Rob, je hebt een nieuwe CD uitgebracht op de leeftijd van één-en-zeven-tig jaar. Mag ik je vragen wat dit album nog toe voegt aan je oeuvre?

Rob: "Wel.... in de eerfte plaatf; om te laten merken dat I'm ftill alive and kicking. Ik ben nog lang niet uitgebluft en dat wil ik onder andere laten merken door mijn foveelfte album vol te fingen".

De interviewer: Ik wil niet na laten om je te complimenteren met het resultaat. Een degelijk staaltje vakmanschap door iemand die er een generatie jonger uit ziet dan hij werkelijk is. Nog steeds met een oorringetje, nog steeds met dat spleetje tussen zijn eigen tanden. En daardoor nog steeds dat charmante slisje.....

Rob: ''O, maar dat komt niet door dat fpleetje tuffen mijn tanden hoor.... dat fliffen".

De interviewer: Nu maak je de lezer nieuwsgierig en dit is natuurlijk een in-kopper van jewelste voor een beetje journalist. Wil je dit verhaal met ons delen?

Rob: ''Oké, 't fal een vijfenvijftig jaar geleden fijn:

't Leek al fomer, toch waf het paf eind mei 
Fo'n dag waarvan je denkt
"die gaat niet meer voorbij"
M'n vrienden kwamen langf maar ik wilde alleen
Aan het ftrand wat wandelen,
fomaar nergenf heen
 
Toen fag ik haar, fe riep me met haar ogen

Ik keek haar aan, en kreeg een vreemd gevoel
Want ik begreep wat fij me wilde vragen
Kom dichterbij me 

Ik was feftien, en fij waf achtentwintig

En van de liefde wift ik nog niet veel
Maar ik begreep wat fij me wilde feggen
Ik waf geen kind meer
En het werd fomer (fomer) 

Fe waf fo vrij, ik vond het eerft een beetje raar

Fe droeg nietf anderf dan haar lange blonde haar
Ik waf verlegen en wift niet wat te doen
Ik fond er maar te kijken, oh wat voelde ik me groen
"Ik begrijp 't", hoorde ik haar feggen
Je bent fo jong nog, en weet niet wat je moet
Weef maar niet bang, de nacht fal 't je leren
Kom dichterbij me 

We liepen famen verder langs 't strand

En alf een jongen pakte ik je hand
Maar alf een man fag ik de fon weer opgaan
En 't werd fomer (fomer)
't Werd fomer (fomer)


Maar voordat de fon op ging trok fe me mee de duinen in, duwde me op me rug en fe fei, "geef me een kufje". Lekker direct, maar ik fchrok er wel een beetje van, dus ik aarfelde wat. Ter aanmoediging denk ik, hijgde fe me toe: "Toe maar jongen, ik ben zo beil alf een geer". Ik aarfelde weer, want ik dacht dat ik haar niet goed verftond.

Ongeduldig kneep fe mijn neuf dicht, fodat ik naar adem fnakte en mijn mond open deed. Fe ftak haar tong in mijn mond en roerde duchtig in het rond. Toen kon ik me niet meer in houden en deed enthoufiaft hetfelfde terug. Ik ftak mijn tong in haar mond. 

Fij aarfelde geen moment en beet het puntje van mijn tong af........


En findfdien flif ik.........."



dinsdag 21 oktober 2014

Sex, drank en rock and roll

Het was in 1979, jaargetijde weet ik niet meer. Ik was nog niet getrouwd, maar woonde samen met mijn aanstaande eerste echtgenote op een verdieping boven een drogisterij in Velsen-Noord. Ik werkte bij de Verenigde Noordhollandse Dagbladen in Alkmaar als teletypist, kort uitgelegd, fotozetter van redactionele artikelen in dagbladen. Er werden daar onder andere zeven dagbladen uitgegeven, een paar ochtendbladen en een paar avondbladen. Er werd dus in ploegendienst gewerkt. Verdiende goed voor die tijd en we konden ons een redelijk losse levensstijl veroorloven. Mijn verloofde werkte bij Johan Enschede in Haarlem waar zij op de controle-afdeling waardepapieren werkte. Oftewel, ze controleerde of de bankbiljetten goed gedrukt waren.

Ik was toen 25 en mijn vriendin een jaar of 20 en we waren jong en wilden wat. Grote feesten werden er op dat flatje gegeven tot groot verdriet van de omwonenden af en toe en tot grote vreugde van de lokale middenstand want er werd duchtig geconsumeerd. Een kratje of zes, zeven tijdens zo'n feest was normaal plus het nodige eetwerk. Alle lusten werden bot gevierd en zelfs door de week, kon het zo zijn, dat ik op het werk niet heel erg geïnspireerd werd en dan mijn lief opbelde bij Johan Enschede of zij ook zo zin had in onzedelijke handelingen. Dan lieten wij onze chefs weten, dat er plotseling dringender zaken thuis waren en namen de rest van de werkdag vrij en spoedden ons naar huis. En daar vierden wij bot..... of botvierden wij. U begrijpt wel.....

Een enkele keer kregen wij last van andere lente-verschijnselen, de zon scheen, de vogeltjes floten en ik zat dan mijn tijd te verdoen voor een zetmachine met een raadsverslag over de infra-structuur van de gemeente Wester-Koggenland. Ik belde weer eens met Haarlem, vroeg mijn vriendin aan de lijn en stelde voor om naar huis te gaan, spullen te pakken en een lang weekend naar het Moezeldal te gaan. Daar hadden wij een adresje, een wijnboer met Gästehaus aan de Moezel, een kilometer of acht stroomopwaarts van Cochem. Heel gezellig, met een hele grote voorraad Moezelwijn, die nodig gedecimeerd moest worden. Ook dan spoedden wij ons huiswaarts, pakten ons boeltje en stuurden richting Duitsland.

Laat op een vrijdagmiddag zaten wij bij een pas getrouwd, bevriend echtpaar in Alkmaar aan de borrel, de plannen voor het weekend door te nemen. Geen feesten op het programma en ook geen inspiratie. Totdat ons adresje in het Moezeldal ter sprake kwam. Er werd in de bovenkamers even druk geschakeld, plannen gesmeed, vervolgens gebeld met Duitsland en binnen de kortste keren zaten wij in de auto en reden richting Moezeldal. Het was nog vrij vroeg in de avond, ik denk zo'n uur of zes, want vanaf Beverwijk, Heemskerk is Cochem toch wel een uur of vijf en een half, zes rijden. In ieder geval kwamen we zo rond elf uur aan en konden nog net de staart van een wijnfeest in het belendende dorpje van onze vakantiebestemming meenemen. Duchtig wijn consumeren na een stevige autoreis is redelijk voordelig want je bent dan goedkoop dronken. Ikzelf had achter het stuur gezeten en we hadden de auto bij het feestgedruis geparkeerd, dus ik vond het niet zo verstandig om zelf ook los te gaan en hield mijn gemak. Mijn reisgenoten gooiden alle remmen los en aan het eind van het feest had ik de dankbare taak om de stoffelijke resten te verzamelen. Alle 3 zo lam als wat en met wat zachte aandrang kreeg ik ze de auto in voor de laatste 3 kilometer. Twee vielen meteen om in het eerste bed wat ze zagen en dat waren toevallig mijn dame en de mannelijke helft van het bevriende echtpaar. Ik haalde mijn schouders op en voerde de dames de pil. Zekerheid voor alles. Daarna kostte het enige moeite om mijn dame naar onze slaapkamer te krijgen en de echtgenote van mijn vriend bij haar partner in bed te krijgen. Ik hou er wel van om op iemands anders bord te kijken, maar ik eet toch altijd maar liever thuis, om beeldspraak te gebruiken. Ik hou er niet van om dingen te moeten verantwoorden, die je niet wilt dat ze jou overkomen. Gelukkig was ik die avond nuchter.

Inmiddels ben ik al zowat dertig jaar samen met mijn lief, waarmee ik in tweede echt ben..... Maar met het voornoemde echtpaar heb ik nog steeds contact, hoewel dat jaren op een heel laag pitje heeft gestaan. Door de sociale media zijn de contacten weer wat hechter geworden. Zij waren vorige maand 35 jaar getrouwd, maar vierden dat met heel gemengde gevoelens. Ze hebben nog niet zo lang geleden te horen gekregen dat hij asbestkanker heeft. Dat betekent honderd procent zeker dat het levenseinde ras nadert. Over het algemeen binnen twee jaar. Veel te jong natuurlijk en dan blijkt maar weer dat het leven zijn wrange kanten kent.

Afgelopen week hebben wij het contact fysiek vernieuwd en hebben een middag herinneringen op zitten te halen, letterlijk en figuurlijk met een lach en een traan. Toen kwam ook dit nog ter sprake. Met een glimlach. Ik dacht er nog aan, een van de vaste gasten in dat Gästehaus had altijd de volgende uitspraak: "So jung treffen wir uns nie wieder". 't Was leuk om jong te zijn en zeker in die moeilijke momenten van het leven zijn ze een troost als herinnering. Ik hoop nog veel herinneringen met hen op te halen de komende tijd.



woensdag 17 september 2014

Gewonnen!!!!

Woensdag 17 september 2014. Een gedenkwaardige dag in meerdere opzichten. Eerst maar even de futiliteiten.

Ik heb een SIM-only abonnement voor mijn mobiele telefoon. Goedkoper, dan een abonnement met telefoon. Je betaalt dat ding dubbel en dwars in de maandprijs. Ik ben vijftien Euro in de maand kwijt, heb genoeg belminuten en data. De telefoon schaf ik zelf wel aan. Niet cool want geen Iphone of Samsung Galaxy S5? Boeiend. 't Is en blijft een speeltje en er zijn dagen zat, dat ik het ding vergeet op zak te steken. In ieder geval, ik mocht verlengen en kreeg er een Nokia Lumia 635 bij. Een Windows-phone. Ook dat is typisch iets voor mij. Toen de videorecorders in zwang kwamen (opa geeft geschiedenisles) nam ik onmiddellijk een Betamax-recorder en toen dat ding in elkaar stortte een Video 2000 systeem van Philips. Natuurlijk geen VHS, dat was me te gewoontjes en de kwaliteit was minder. Met de computer voor thuis was het al niet anders. Iedereen schafte een PC aan met MS-Dos en later Windows van Microsoft, ik ben vanaf het begin een Apple-klant geworden, sinds 1987. Met zaktelefoontjes is het al niet anders, nu heb ik een (gekregen) Blackberry 9860 en die vind ik niet heel geweldig, ik vind Androïd te lastig en Apple I-phone te duur en heb in de review veel hosanna en halleluja verhalen gelezen over de Windows-phone. En als je dat ding dan ook nog heel voordelig bij je abonnementsverlenging krijgt........ Deal!!!

Vanochtend las ik over een oude vriend, die ernstig ziek is. Gebeurtenissen, die je, bij het vorderen der jaren, steeds vaker onder ogen moet zien. Het drukt je met de neus op de feiten. Ieder huisje heeft z'n kruisje en je voelt je er knap machteloos bij. Ik heb m'n steun uitgesproken door een berichtje op Facebook en ik heb maar een flut gevoel door zo'n loze mededeling. Ik hoop echt dat ik tot steun kan zijn in deze barre tijden. Ik weet er zelf het een en ander van.

Bijvoorbeeld....... Vanmiddag ga ik naar het afscheid en de begrafenis van een mede-vrijwilliger van de voetbalvereniging. Iemand, die kan worden beschouwd als een van de motoren waar het verenigingsleven op draait. Vorige week is hij tijdens het sorteren van oud-papier, waar hij zich voor de voetbalvereniging voor inzette, overleden. De bewakingscamera's herleidden het moment van overlijden tot het moment dat hij gevonden werd tot drie kwartier. Boem.... over. Mooie manier om er uit te stappen, maar een hele schok voor de familie. Bovendien was zijn leeftijd beneden het landelijk gemiddelde, zeventig jaar jong maar. Het was, behalve een goede verenigingsman en vrijwilliger, ook een heel aimabele man.

Tenslotte..... Tussen vader en zoon bestaat behalve een familie- en emotionele band ook een competitie band. Als kleine jongen stoei je met vader en bewonder je zijn kracht en spiegel je je in hem. Als puber zoek je de grenzen op en wordt er verstandelijk een afspraak gemaakt, dat het stoeien wel recreatief moet blijven. Later vergelijk je je eigen kwaliteiten en talenten met die van je vader. Na het overlijden van je vader blijft er maar één uitdaging over.

Mijn vader overleed aan de gevolgen van kanker op 28 september 1981, 60 jaar, 9 maanden en 2 dagen oud.
Vandaag, 17 september 2014 ben ik zelf 60 jaar, 9 maanden en 3 dagen oud..... Gewonnen!!!!!!

zaterdag 5 juli 2014

Week van het afscheid....

Af en toe heb je periodes waarin je afscheid neemt van dierbaren. 2003 was zo'n jaar, binnen 3 maanden stierven mijn schoonmoeder, moeder en een heel goede vriend. Ook de hond blies de laatste adem uit. Daar moest ik deze week aan denken.
Afgelopen maandag hadden we een retourtje Bolsward - Zierikzee, God zij dank met een geleende auto van de buren, voor de uitvaart van Gea Opdam, een heel goede vriendin van ons. Zij overleed op de veel te jonge leeftijd van 58 jaar aan de gevolgen van kanker. Afgelopen woensdag ging ik met Lotje, de hond, naar de dierenarts en moest haar, eigenlijk heel onverwacht, daar achterlaten. Ook kanker.

Gea Opdam (Rotterdam, 1 november 1955 - Zierikzee, 25 juni 2014)

De zomer van 2003 was warm, zo warm, dat ik er last van had. Ik rookte zo'n vier pakjes Zware Van Nelle in de week en had, mede als gevolg van die stomme verslaving, etalagebenen. Ik ben blij dat ik er vijf jaar geleden mee gestopt ben, met dat roken bedoel ik. Bolsward heeft nog een stukje Bolwerk en daar loopt een mooi pad overheen, met uitzicht op het zwembad en de sportvelden. Je moet dus een stukje helling nemen om boven te komen en dat kostte moeite. We hadden Lotje een maand of vier, ze had me net zo'n beetje geaccepteerd als baas en daarom besteeg ik het Bolwerk elke dag wel een stuk of drie keer, om haar uit te laten. Zo ook op die zomerse dag en toen ik met hijgende adem en bezweet voorhoofd en vermoeide benen weer terug kwam van het hondje uitlaten, zat er bij mijn vrouw in haar werkruimte achter de winkel een dame aan de koffie. Van begin af aan maakte zij een sympathieke indruk. Mede door haar wat chaotische manier van doen. Na een half uur met haar gepraat te hebben, had ik haar al in mijn hart gesloten. Gea heette ze en ze was diezelfde week in een door haar gekocht huisje bij ons in de straat getrokken. Ze werd vergezeld door twee honden, een grote zwarte kruising, Yasmine en een jonge border-collie, Daisy.

Gea had net een scheiding achter de rug en was van Zeist naar Friesland getrokken, om een nieuwe start te maken. Zij was vast van plan om haar leven voortaan positief te gaan leiden, op haar manier. Haar wat chaotische performance had te maken met het feit dat ze stijf dyslectisch was. Af en toe leidde dat tot vermakelijke misverstanden, want dan zei ze heel andere dingen, dan ze in feite bedoelde.
Ondanks de "handicap" dyslectie had Gea door zelfstudie tot aan de Universiteit van Utrecht aan toe zichzelf opgewerkt tot een leerkracht aan het HBO. Ze gaf humanistiek en ze was relatie-therapeute. Dat vertelde ze met pretlichtjes in de ogen, omdat ze zich realiseerde, dat ze zelf net was gescheiden.
Ikzelf was met name zwaar onder de indruk van haar bibliotheek, die zo omvangrijk was, dat de eeuwenoude vloeren van haar huisje in de Broerestraat er van kraakten.

In de bijna vier jaar, dat Gea in Bolsward woonde, ontstond er een innige vriendschap tussen ons. We hebben lief en leed met elkaar gedeeld en heb me af en toe kostelijk vermaakt om Gea. Om zichzelf en haar veestapel een beetje onafhankelijk te maken van het openbaar vervoer schafte zij een brommobiel aan en zo zag je Gea vaak rondtuffen in de omgeving van Bolsward, achterin haar honden en zo reed ze behoorlijk wat kilometers door het Friese land. Ik vermoed dat het te maken had met de dyslectie, maar richtinggevoel had ze niet. Ze is ook menigmaal terecht gekomen op de A7 met haar brommobiel en dan haalde ze haar schouders op, trapte het gaspedaal zowat door de vloer heen en reed dan stug op de vluchtstrook door tot de volgende afslag. Voor zover ik me kan herinneren, is dat slechts één keer uitgedraaid op een fikse prent.

Gea had een groot hart, een veel te groot hart om lang alleen te kunnen of te willen blijven. Dus er kwamen vrienden. En die gingen ook weer. Ze had ingeschreven op een datingsite en in de zomer van 2006 maakte ze kennis met Gerrit. Een ingenieur uit Zwolle en dat bleek een blijver. Op 18 januari 2007 trouwden ze in het stadhuis van Bolsward, tijdens een vliegende storm. Samen met Gerrit kocht Gea een huis in Zwolle en zo vertrok ze uit mijn directe omgeving. We bleven gelukkig wel bevriend, hoewel de frequentie dat we elkaar ontmoetten wat afnam, maar dat is normaal. In 2011 werd Gerrit projectleider bij een bouwproject op de Tweede Maasvlakte en zochten zij woonruimte in Zuid-Holland of Zeeland. Tijdens die zoektocht werd Gea ziek. Keelkanker.

Het was een bijzonder agressieve vorm van keelkanker en de vooruitzichten waren niet goed. Gea en Gerrit zijn echter vechters en na doorzoeken vonden zij een behandeltraject met goede kansen in het UMCG te Groningen. Gea heeft in de periode meermalen de poorten van de Hel gepasseerd, door de in mijn ogen, vreselijke behandelingen en ik had diepe bewondering voor haar doorzettingsvermogen. Maar met resultaat. Na een half jaar was zij vrij van kankercellen en zij verhuisden naar Zierikzee. In de zomer van 2013 kwam de kanker terug, in haar longen en weer ging Gea de strijd aan, hoewel zij wist, dat zij uiteindelijk de strijd zou verliezen. Eind december 2013 waren de uitzaaiingen door de kuren met succes verdreven en in maart 2014 gingen Gea en Gerrit op een lange vakantie naar Zuid-Europa met hun camper. Tegen het einde van de reis kreeg Gea weer pijntjes en ze vertrouwde het niet helemaal. In mei kwamen ze een aantal dagen met de camper naar Bolsward en Gea vertelde dat ze dezelfde week weer een mri-scan liet maken, omdat ze het niet helemaal vertrouwde. Ze had teveel pijn in de omgeving van haar borstkas. Terecht bleek later. De kanker was in volle hevigheid in haar longen teruggekeerd en alleen pijnbestrijding bleek nog een optie.

Gea in haar woonkamer 's ochtends op 4 juni 2014 in Zierikzee.

Ik heb haar op 3 en 4 juni jongstleden nog bezocht in Zierikzee. De foto is gemaakt op 4 juni. Vorige week woensdag op 25 juni 2014 blies zij in het bijzijn van haar dierbaren de laatste adem uit. Op dezelfde datum waar op elf jaar terug onze vriend Huub Effern het tijdige met het eeuwige verwisselde. Opdat zij rusten in vrede.

Lotje (voorjaar 2002 - 2 juli 2014)

Lotje is geboren in Griekenland voorjaar van 2002 en uiteindelijk door een vrachtwagenchauffeur in Nederland afgeleverd bij de stichting "Redt een hond". Daar wierp zij een nest jongen en nadat de jongen groot genoeg waren om naar een nieuwe baas of bazin te gaan, was het ook de buurt aan moeder. Wij waren de gelukkigen. We vielen onmiddellijk voor de asymmetrie van haar oren. Een oor stond en het andere hing.

Lotje (2002-2014) en kater Hannes (1994-2009)

Lotje moest niets van mannen, en dus ook mij, hebben. Het waarom kunnen we alleen maar naar gissen. Van haar leven in Griekenland weten we niets. Alleen dat ze een zwerver was en van straat is opgepikt door een Nederlandse vrachtwagenchauffeur. Na een maand of vier vertrouwde ze me net genoeg om haar in goed fatsoen te kunnen uitlaten. Lotje had een speciale gebruiksaanwijzing. Als ze aangelijnd liep, deed ze haar behoefte niet, alleen los. Dan is het wel makkelijk, als ze onmiddellijk komt, wanneer je haar roept. Nooit een probleem geweest en dat, terwijl mijn kennis van de Griekse taal beperkt blijft tot woorden als tzatziki, giros, bifteci, soufflaki en hoppa!!!!

Als het leven een rekensom is, dan is het leven van Lotje heel goedkoop geweest. Behalve de aanschaf, voer en de bezoeken voor onderhoud aan de dierenarts heeft zij eigenlijk nooit veel gekost. Een heel gezonde hond.

Qua karakter is het altijd een heel afstandelijke hond geweest. Zij bepaalde de uitingen van genegenheid. Die bleven beperkt tot drie of vier keer per week even een neus tegen je been, als blijk van verstandhouding. Dan mocht je haar wel even aaien. Voor de rest bleef ze op afstand.

Een jaar of twee geleden liep ik langs de passantensteiger van Bolsward, waar een "huur"jacht van een metertje of vijftig lengte lag afgemeerd. Op het achterdek zat een Zwitsers stel, dat enthousiast opsprong toen ze Lotje, die achter me aan sukkelde, in de gaten kregen. "Ach.... ein Picard" zwijmelden ze enthousiast. Waarop ik mijn pas inhield en nadere informatie ging inwinnen. Zij riepen iets naar binnen en er kwam een hond te voorschijn. Groter en zwaarder dan Lotje, het was een reu, maar ontegenzeggelijk een zelfde type. Lotje bleek een Picardische herdershond te zijn. Een oeroud ras, dat in de vroege middeleeuwen al bestond en waaruit later o.a. de Bouvier Flandres is ontstaan. Raskenmerken..... ach, google zelf maar. De karaktereigenschappen komen overeen met het gedrag van Lotje in ieder geval. Op afstand, niet echt een sociaal type.

De laatste tijd werd ze steeds humeuriger en dat uitte zich o.a. een twee maanden terug in het bijten van de jongste kleinzoon. Ze ging steeds langzamer lopen, kreeg steeds meer last van huidproblemen en begon op het laatst te hinken. Afgelopen woensdag, 2 juli, besloten wij naar de dierenarts te gaan, om te kijken wat er aan de hand was en te investeren in het herstel van Lotje. Ze bleek botkanker te hebben met uitzaaiingen naar de lever. Volgens de dierenarts leed ze veel pijn en ze adviseerde euthanasie.

Dan staat een goede baas maar één ding te doen en er restte mij niets anders dan haar te laten in slapen. Na de injectie om haar te laten slapen legde ze rustig haar kop neer. Daarna kreeg ze de riem om de poot en de laatste injectie, ze trilde even en het was over.

Ik heb dit nu al zo'n vijf keer meegemaakt met een hond en even zo veel keer met katten en het went nooit, maar het is het beste wat je voor je huisdier kunt doen.

Lotje was een goede hond, rust zacht.

donderdag 13 maart 2014

Een desembrood bakken, vernieuwd recept.....

Hee Kamps, dit had je al eens gepubliceerd. Yep... maar nu zijn we 15 maanden verder en heb ik wat dingen "bij"geleerd. Dus, het zelfde verhaal als toen, maar nét wat anders.... 

Nee, ik ben niet bekeerd tot het "geitenwollen sokken volk", maar me meer bewust van wat ik eet. Voortschrijdende inzicht noemen ze dat. Je bent per slot van rekening wat je eet, luidt een oud gezegde. Dus ik houd zo veel mogelijk rekening met de volgende zaken: ik eet wat minder vlees, wat meer vette vis, zo weinig mogelijk uit pakjes, we maken zo veel mogelijk zelf en, wat in dit verband ook heel praktisch is, mijn lief koestert een volkstuintje. Ik zeg met nadruk mijn lief, want ik ben niet zo van de vieze handen. Slauerhoff, bekend dichter/schrijver en scheepsarts uit het begin van de vorige eeuw verwoordde het al, "De natuur is zo overweldigend, daar hoort een terras bij en een goed glas". En zo denk ik er ook over.

Wat meer in mijn genen zit, is het bakkersvak. Men heeft ooit pogingen ondernomen om wijlen mijn oude heer iets bij te brengen op de ambachtsschool. In zijn nalatenschap waren nog enige boeken uit de jaren dertig van de vorige eeuw over de opleiding tot bakker. Ik herinner me uit mijn kindertijd, dat vader in de decembermaand vaak bij Bakker Winkel in Velsen-Noord een bijbaantje had en 's nachts meewerkte in de productie van speculaas, kruid- en pepernoten en banketletters voor Sinterklaas en daarna voor de Kerst en Oud- en Nieuw diverse lekkernijen fabriekte.

In de keuken heb ik zo mijn specialiteiten en één van die specialiteiten is, dat het mij redelijk vaak lukt om een goed gelukt brood te produceren en meestal doe ik dat gewoon met fabrieksgist, hetzij vers als blokje, hetzij gedroogd in een zakje. Maar gist is een fabrieksmatig geproduceerd goedje, vol met hulpstoffen met een E er voor. Het zorgt er in principe voor dat de gluten in het volkorenmeel naar boven worden gedreven en hun werkzame stoffen (suiker) omzetten in alcohol, dat heet gisten en daar gaat het deeg van rijzen.
Dat fabrieksgist heeft men in de 17e eeuw uitgevonden en in 1825 wist men het in blokjes te persen (daarvoor was het vloeibaar) en Louis Pasteur heeft in 1860 een manier gevonden om het langer te bewaren en te drogen. Maar hoe bakte men vroeger dan brood? Ik bedoel eigenlijk, hoe zorgde men er vroeger dan voor dat een brood ging rijzen en luchtig werd?

Men maakte desem of zuurdesem. Ingrediënten: meel en water in gelijke delen mengen. Dit liet men een dag rusten en de tweede dag roerde men het 's ochtends en 's avonds goed om. De derde dag deed men er weer wat meel en water bij en roerde het twee keer per dag om, ook zo de vierde, vijfde en zesde dag. Vanaf de derde dag gaat het "werken" oftewel gisten, dat zie je doordat er zich belletjes aan de oppervlakte van het papje gaan vormen en het gaat licht zurig ruiken. De zesde dag is het vol van activiteit. De zesde dag is het klaar en kan men het gebruiken om een brood te gaan bakken.
Dodelijk simpel, om een brood te bakken heb je meel, geen bloem, nodig, water en een snufje zout. O ja, een oven is ook wel handig.......

Het verschil tussen bloem en meel. Als je meel zeeft, dan zeef je de zemelen er uit en dan heb je gebuild meel. Bij bloem is het vliesje ook van de korrel gehaald. Het nadeel van bloem is, dat er bijna geen vezels meer in zitten en in die vezels zitten nu net de gluten. Gluten heb je nodig om te fermenteren (= gisten). Dus voor het moederdeeg moet je meel hebben. Oftewel, volkoren-meel, rogge of spelt-meel. Een goede supermarkt zou dat moeten verkopen, anders moet je naar een bakker of natuurvoeding winkel gaan. Ook zijn er diverse molenaars die hun meel aan huis verkopen. Spelt-meel wordt tegenwoordig ook in de wat grotere supermarkt aangeboden. Zuurdesem van spelt-meel heeft als bijkomend voordeel dat het heel goed wordt verdragen door mensen met een gluten-intolerantie.

Tot zover de inleiding, een wat omslachtige manier om te vertellen, dat ik graag wil weten wat er in mijn voedsel zit en dat ik bereid ben om daar knap ver in te gaan. Maar zeg nou zelf, 't is toch één van de wonderen van de natuur, dat je een brood bakt van 3 simpele ingrediënten, water, meel en een snufje zout?

Bij de eerste foto ziet u mijn eerste poging om een zuurdesem brood te maken uit december 2012. Zoals u zult constateren, een niet geheel gelukt brood. Dit is zuiver en alleen te wijten aan het feit, dat ik me niet consequent aan het recept heb gehouden. Destijds ben ik 's avonds laat aan het bereiden van het brood begonnen en wilde het hoe dan ook af hebben. Weinig slaap gehad toen, resultaat: amper gerezen en de gaten waren groot genoeg voor een mol met obesitas.
"O jee jongens", zei mijn moeder altijd, "de bakker heeft z'n wijf weer door het brood heen gejaagd".

Het door mij gehanteerde recept

Ingrediënten


moederdeeg:

tarwemeel óf
Spelt-meel óf
tarwebloem óf
een combinatie van meelsoorten
Water

Dag 1:
Men mengt 100 gram meel en/of bloem en 100 cc water in een beslagkom. Roer het papje, totdat het een egaal mengsel is, waar geen water op staat. Daarna dekt men het geheel af met een vochtige theedoek en zet het weg op een plek waar het plusminus 16 tot 18 graden is.
Men dekt het moeder- of startersdeeg met een warme, vochtige doek af.

Dag 2:
Roer het mengsel 's ochtends en 's avonds een keer om, vochtige doek er op en weer wegzetten op dezelfde plek. Aan het mengsel is nog niets te zien.

Dag 3:
Het mengsel begint nu licht te werken, er vormen zich zo hier en daar kleine belletjes en het ruikt licht fris zurig. Voeg 50 gram meel en 50 cc water toe aan het mengsel en roer het goed door, vochtige doek er weer op en wegzetten. Ook 's avonds nog een keer roeren.

Dag 4:
Het mengsel is nu duidelijk aan het bellen blazen. Voeg weer 50 gram meel en 50 cc water toe en roer het geheel.  Vochtige doek er weer overheen en wegzetten. 's Avonds nog een keer roeren.

Dag 5:
Zelfde als dag 4. Het gaat nu wat zuriger ruiken. Pas op, dat het niet te zuur ruikt, want dan staat het te warm en kun je het weg gooien. Je kan de geur beïnvloeden door er iets meer meel, dan water bij te doen. Zorg er echter wel voor, dat het een papje blijft en geen deeg wordt.

Dag 6:
Zelfde als dag 4.

Dag7:
Het moederdeeg is klaar om er brood van te bakken.
Dag 7: het moederdeeg is klaar.
Je houdt altijd moederdeeg over, dit is de basis voor een volgend brood. Gewoon elke dag meel en water bijvoegen. Heb je genoeg, dan kun je het minstens 14 dagen bewaren in de koelkast en het is ook makkelijk in te vriezen.

Brood bakken:

Voor een brood van 1200 gram:
640 gram volkorenmeel (of een mengsel van verschillende meelsoorten)
160 gram moederdeeg
350 cc water
1,5 theelepel zout

Meng het meel en zout in een diepe schaal. Daarna giet je er het moederdeeg in kleine beetjes op en meng het, zachtjes roerend met een houten lepel, door het meel. Vervolgens voeg je tweederde van het water toe en ga je het mengsel kneden totdat er een soepel deeg ontstaat. Dit ga je verder kneden op een met bloem bestoven blad of aanrecht. Is het te droog, dan gebruik je naar inzicht het overgebleven water, het beste resultaat om te zien is, dat het licht glanst, maar toch niet klef en nat is. Het deeg blijven kneden totdat het elastisch is, zeker een minuut of twintig. Daarna weer in de schaal doen en de befaamde warme, vochtige doek er over heen en 1 à 2 uur laten rijzen in een omgeving op kamertemperatuur.

Na deze eerste rijzing, kneed je het nogmaals. Niet met een Jantje van Leiden er van af maken, maar zeker een kwartier kneden. Weer die vochtige, warme doek er over heen, de kom in bijvoorbeeld een kinderdeken vouwen en vervolgens een hele nacht (minimaal 6, liever acht uur) laten staan.

De volgende morgen haal je het deeg uit de mengkom en drukt het voorzichtig plat, niet kneden. Je vouwt van de plak deeg een envelop (dus vier keer) en deponeert dit in een ingevet bakblik. Dan gaat de doek er weer over en laat je het nog een uur rijzen in de oven. Ik zet na een kwartier de oven aan op 40!!! graden en laat hem een half uur op die temperatuur staan. Na het uur haal je het blik met deeg uit de oven en verwarmt de oven voor op 200 graden (hete lucht) of 220 graden (elektrisch).

Het deeg van te voren insnijden met een scherp mes, anders slaat het dicht en dat heeft negatieve gevolgen voor het rijzen tijdens de eerste bakperiode. Vervolgens gaat de bakvorm de oven weer in en bak je het brood 45 minuten. Het brood ongeveer elk kwartier even met water besprenkelen, bijvoorbeeld met een plantenspuit, voor een mooie glanzende korst.
1/3 biologisch tarwebloem, 1/3 biologisch tarwemeel, 1/3 biologisch speltmeel

Vanuit een andere hoek

Geslacht en klaar voor consumptie.

Valkuilen

Broodbakken is een proces, wat je gaandeweg onder de knie krijgt. Mijn tip: houd je exact aan de hoeveelheden met de ingrediënten. Ongeveer en gemakzucht werkt niet bij broodbakken en leidt onherroepelijk tot frustraties en niet te vreten brood.


Rijst niet? 

Te weinig water of te weinig desem, of te veel zout.


Veel gaten in het brood?

Slecht gekneed of te veel desem in het deeg.


Met de broodbak machine

't Was een paar keer uitproberen, maar uiteindelijk is het me gelukt om met de broodbak machine een goed desembrood te produceren. Ik ben in het bezit van een apparaat van het merk Princess type Silver 1935 (niet meer te koop) met twee deeghaken (zie foto hieronder).
Princess broodbak machine
Zoals u in het verhaal kunt lezen is het bereiden van een desembrood vooral een kwestie van geduld. Bij elkaar ben je tussen de voorbereiding en het eindproduct zo'n tien uur kwijt. En dat is een hoop tijd voor een sneetje of 18 à 20.

Broodmachines zijn over het algemeen tussen de twee en de ruim drieënhalf uur bezig om van water, meel, zout en gist een brood te brouwen. 't Hangt van het soort brood af, wat je van plan bent te maken. Volkoren broden hebben een langere kneed- en rijs-tijd nodig dan een brood gemaakt van alleen maar tarwebloem. Maar ook drieënhalf uur is veel te kort voor een desembrood. Een desembrood heeft minstens zes uur nodig om te rijzen.

Tijd dus, om de gebruiksaanwijzing van de broodbak machine eens echt te gaan lezen. Verdomd, ik had hem nog, niet weggegooid met de verpakking, ik kom van geluk nog eens onder de tram zeggen ze dan in Rotterdam.

Het ding kent 10 programma's, 9 voorgeprogrammeerd en nummer 10 mag je zelf invullen met de knoppen "cycle" en "time". De eerste "cycle" is het voorverwarmen en dat kan minimaal 1 minuut en maximaal 30 minuten. Ik deed 30 minuten, want desembrood bereiden is –nogmaals – de tijd nemen. De tweede cycle is het kneden en toen kwam ik in de problemen want volgens het recept moet dat twee keer....... en dat wil het kreng natuurlijk niet.

Als de berg niet naar Mohammed komt, dan moet Mohammed naar de berg toe of...... Als het niet gaat zoals het moet..... dan moet het maar zoals het gaat he? Ik ben zo gek op spreekwoorden, het liefst een beetje verhaspeld. Zwelg ik in.

Terug naar het onderwerp. Een van de voorgeprogrammeerde onderdelen is het "dough, quick", oftewel verkort programma kneden. Dat eerst maar gedaan, je moet wat..... toch?

In het bakblik gaat in de volgende volgorde voor een brood van ongeveer 1200 gram:
350 cc water
160 gram (zuur)desem of moederdeeg (is het zelfde)
640 gram meel vermengd met ongeveer 1,5 theelepel zout

Goede rekenaars hebben gezien dat de hoeveelheid zuurdesem 20 procent is van de totale hoeveelheid meel (rekensommetje is: 800 gram meel en 400 gram water; 640 gram meel en 160 gram zuurdesem is 800 gram, of: 5 x 160 gram = 800 gram). Maar Kamps, je zegt 1200 gram en 800 gram en 350 cc water is bij elkaar 1150 gram heb ik altijd geleerd...... Juist, en toch wordt dat brood 1200 gram. Want: het rijst en daar komt lucht bij, die lucht zit in het brood opgesloten en weegt dus en..... in zuurdesem zit water.

Terug naar het voorprogrammeren van de machine. Het deeg is nu eenmaal plusminus een half uur gekneed. Je gaat weer naar programma 10 en stelt in:
Cycle 1 (Preheat): 30 minuten
Cycle 2 (Kneading of kneden): 15 minuten
Cycle 3 (Rising 1): 120 minuten
Cycle 4 (Rising 2): 120 minuten
Cycle 5 (Rising 3): 120 minuten
Cycle 6 (Baking of bakken): 60 minuten
Cycle 7 (Keep warm): Off
Daarna druk je op start/reset om de boel op te slaan en weer op start/reset om het programma te starten.

Wie kan tellen ziet dat het ding pak 'm beet 7 uur en 3 kwartier aan de slag gaat. Moet voldoende zijn met onderstaand resultaat als uitkomst:





We hebben inmiddels geproefd en ik verzeker u.... Dit wordt een blijvertje.

Onnodig om te vermelden dat experimenteren snel tot teleurstellingen leidt. Hou je aan het recept en alles komt goed.

vrijdag 7 maart 2014

Gemeenteraadsverkiezingen

19 maart mogen we weer stemmen. De gemeenteraad dit keer en het gaat ergens om. Den Haag hevelt steeds meer taken over naar de gemeenten. Zorg, cultuur, sociaal vangnet, werk en inkomen. Weet u al wat u gaat stemmen?

Mistroostig keek ik vorige week naar Pauw en Witteman, met de lijsttrekkers van de grootste partijen minus onze geblondeerde Greet. Het ging vooral weer over Den Haag. Hoe deze regering in feite bezig is het staatsbestel om te turnen naar Europese normen. Dat betekent nivelleren totdat alle staten op het zelfde niveau zitten. Bij wijze van spreken op deze manier, u bestelt een verhuiswagen en gaat naar een lollig dorpje in Toscane, waar u een knap vrijstaand huisje heeft opgeknapt. U meldt zich gewoon aan bij de gemeente en dat is het. Als u in financiële moeilijkheden komt, geldt niet het sociale vangnet van Nederland, maar dat van Europa, want alle landen hanteren nu dezelfde financiële norm. Daar is men in Den Haag mee bezig. Ons prachtige sociale vangnet, waar de generatie voor ons en de mijne voor heeft gestreden wordt zachtjes aan gedecimeerd en niemand doet er wat aan. Ja pamfletten op Facebook worden geliked. Staken? Demonstreren? Dat is zooooo jaren tachtig van de vorige eeuw! Volgens mij kijkt de firma Rutten nooit op Facebook. Dus gaan die lijsttrekkersdebatten op tv nergens over, want we gaan de gemeenteraad bij elkaar stemmen en daar gelden andere dogma's!

Wat beloven de deelnemende partijen aan u, de stemmende burger? In Den Haag is het niet mogelijk dat VVD en SP samen in het college zitten, in uw gemeente wellicht wel. Puur omdat de lijsttrekkers elkaar kennen en goed met elkaar door een deur kunnen. En wellicht kent u mensen die op de lijst staan en gunt u die uw stem, omdat u weet waarvoor deze mensen staan. Zij zijn straks wel degenen die het beleid moeten gaan maken over uw sociale vangnet, over het aanbieden van zorg, uitkeringen, werk, hulpmiddelen als rollator, scoot mobiel, krukken. Over wijkverpleging, huurhuizen, bouw van huurwoningen, straatverlichting, asfaltering van straten, veiligheid op straat, het uit het slop trekken van de middenstand, het aantrekken van bedrijven voor de stimulans van de economie. Niet stemmen is pas echt dom.

Kijk eens op de kandidatenlijst in uw gemeente. Lees de verkiezingsprogramma's van de diverse partijen eens door, kijk eens of er iemand bij zit, die u kent en die u vertrouwt. Vergeet Den Haag, vergeet Brussel en kijk in uw omgeving rond. En als u dan later tegenwerking krijgt bij het verkrijgen van bijvoorbeeld een uitkering, (want u kunt morgen zomaar zonder werk komen te zitten, echt waar), dan weet u wie u daar op kunt aanspreken. Ik bedoel, je kunt best een e-mailtje sturen over een bijstandsuitkering naar een Kamerlid, maar denkt u dat het zal helpen? Ik heb het maar een enkele keer meegemaakt dat ik tot een dialoog met een landelijk Kamerlid kwam. Sander de Rouwe, de nummer 2 van het CDA is zo iemand. Maar ja, die kom ik op straat tegen en hij woont in Bolsward. Ik heb zelf de ervaring dat Diederik Samson antwoordt, als je hem aan schrijft. Maar leidt zoiets tot bevredigende antwoorden of resultaten? 'k Dacht het niet.

De gemeenteraad is een stuk dichter bij huis verzeker ik u. Kijk vooral naar de namen op de lijsten, kent u ze? Vertrouwt u ze een stem toe? De partijen waartoe ze behoren zijn van secundair belang. Ik verzeker je Christen Unie Stadskanaal heeft verdomd (oei!) weinig in te brengen in Den Haag. Dit gaat om dicht bij huis, de  mensen op wie u kunt stemmen, beslissen over dingen die u aangaan.

Zo. Dit was brandhout, terug naar de studio in Kollumerpomp!!!