maandag 11 november 2013

Maaiveldcultuur, de Wet van Jante en de overeenkomsten

De VPRO zond de afgelopen vier weken op de zondagavond een serie uit, Licht op het Noorden, een cultuur- en maatschappelijke serie over Scandinavië, gepresenteerd door Stine Jensen, de Nederlands-Deense filosofe. Gisteravond was de laatste aflevering en die ging over Denemarken, het geboorteland van Jensen. De rode draad van het thema gisteren waren de gedragsregels uit de Wet van Jante. De wet van Jante is uitgevonden door de Deens-Noorse schrijver Aksel Sandemose. In zijn roman En flygtning krydser sit spor, waarin hij het fictieve stadje Jante en zijn inwoners beschrijft. Zijn geboorteplaats Nykøbing in het Noordwesten van Denemarken stond model voor deze roman. In deze roman stelt hij zijn beroemde regels op. Hierin liet hij zich inspireren door de inwoners van Nykøbing.

De wet van Jante bestaat uit tien regels, die allemaal een variatie op hetzelfde thema zijn:

  1. Je moet niet denken dat je wat bent;
  2. Je moet niet denken dat je evenveel bent als wij;
  3. Je moet niet denken dat je slimmer bent als wij;
  4. Je moet je niet inbeelden dat je beter bent dan wij;
  5. Je moet niet denken dat je meer weet dan wij;
  6. Je moet niet denken dat je meer bent dan wij;
  7. Je moet niet denken dat je deugt;
  8. Je moet niet om ons lachen;
  9. Je moet niet denken dat iemand om je geeft;
  10. Je moet niet denken dat je ons wat kunt leren.
Wij kennen hier in Nederland een gelijksoortige gedragscode, maar die wordt in één uitdrukking samengevat, de "maaiveldcultuur". Iedere Nederlander kent de uitdrukking wel, als je je kop boven het maaiveld uitsteekt, dan wordt hij er afgehakt. Oftewel, als je je talenten aanprijst of even te nadrukkelijk te gelde maakt, dan is dat "not done". "Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg".
De calvinistische volksaard van de noordelijke volken in drie alinea's samengevat.

Dat vat denk ik ook de politiek een beetje samen. De wet van Jante en de maaiveldcultuur wordt in principe belichaamd door de christelijke partijen en zeer zeker ook door de PvdA en in mindere mate de SP. Nu waait er een neo-liberale wind door Nederland, want de VVD heeft een wat minder chagrijnige opstelling. Jammer genoeg bevinden zij zich dan wel aan het andere einde van het spectrum, want het adagium "succes is een keuze", "armoede is de oorzaak van passiviteit" is onbewezen NLP-geleuter. Maar hele volksstammen hobbelen er achter aan, getuige de uitkomst van de laatste landelijke verkiezing.

Verbazingwekkend genoeg wekt de wet van Jante wel vreemdelingenhaat in de hand. De gemiddelde zuiderling heeft een heel andere mentaliteit en omdat zij zich doorgaans anders gedragen dan de tien gedragsregels aangeven, wekt dat wrijving op met de "autochtone" bevolking. Natuurlijk, er zijn nog een aantal oorzaken aan te geven, zoals de recessie, maar alle uitingen van racisme en vreemdelingenhaat hebben een onderhuids karakter. Het "zij" en "wij" denken zit wel degelijk in de cultuur in gebakken. Kijk bijvoorbeeld naar Denemarken, waar rechts-populisme al jaren eerder aan de oppervlakte is gekomen, dan bij ons. Het is bekend, dat Geert Wilders met name het Deense model als voorbeeld ziet.

Een ander voorbeeld, dat de serie gisteravond naar voren haalde is het groepsdenken, uitgebeeld in de film "Jagten", waarin een groepsleider van een kleuterspeelplaats (vals) wordt beschuldigd van kindermisbruik en door massa hysterie door de gemeenschap wordt uitgekotst. Een maandje terug zag je hier hetzelfde in Deventer. Twee verklaarde pedofielen werden het slachtoffer van een heksenjacht. Dat beide mannen nog nooit veroordeeld zijn voor verboden handelingen met kinderen, daar wordt dan even overheen gestapt. 's Avonds kregen de "heksenjagers" nog een podium bij Pauw en Witteman. Een dieptepunt in de Nederlandse tv-journalistiek.

Een voorbeeldje uit het dagelijkse leven van de gedragsregels? Bij ons in Bolsward hebben we op de voetbalvereniging momenteel de "gehaktballen" oorlog. Samen met een andere vrijwilliger beheer ik het clubhuis en dus ook de keuken van de kantine. Een voetbalkantine kan heel goed bestaan van maar een paar dingen. Koffie, bier, gevulde koeken en gehaktballen. Totdat wij kwamen was de bereiding van de gehaktballen op deze manier geregeld: Men haalt de (fabrieksmatig gedraaide) gehaktballen uit de vriezer, doet ze in de magnetron, gedurende VIJFTIEN minuten op VOL VERMOGEN en daarna in de jus (uit een pakje). Juk!!! Mijn "collega" en ik hebben nu de doodstraf in het vooruitzicht gesteld, voor degene, die met bevroren gehaktballen in de hand, zelfs maar naar de magnetron durft te kijken. Maar als wij onze hielen hebben gelicht, worden ze net zo vrolijk weer in de magnetron gedonderd. Voor alle zekerheid.... want we doen dit al jaren..... en wat kan daar nu op tegen zijn? Oftewel, regel 5 en 10 van de Wet van Jante.

Mooie tv en Stine Jensen verdient complimenten met deze serie. Als je nog niet gekeken hebt, moet je beslist even naar Uitzending Gemist surfen. Belangrijker dan TVOH of GTST, verzeker ik je.


donderdag 7 november 2013

Het graf van oma Kamps in Sittard

Het regent, je staat op een totaal verzopen begraafplaats in Sittard naar een stuk gras te kijken, waaronder volgens de gegevens jouw grootmoeder moet liggen, die daar precies 84 jaar en 1 dag geleden is begraven. Je twijfelt en ergert je rot omdat je vergeten bent je uitgeprinte gegevens van het graf mee te nemen van je bureau in Bolsward. Lekker dan. Graf 114 was een totaal andere lokatie dan de foto deed beloven die er in augustus van de plek was genomen. Graf 144 dan? Dat leek er meer op, dit correspondeerde met de eerder genomen foto's. 's Avonds thuis gekomen bleek, dat het graf 114 moest zijn en dat er in augustus op de verkeerde plek foto's zijn genomen en dat er op de verkeerde plek een bos bloemen is gedropt. De opzichter had de plattegrond met nummers meegenomen. Hieronder de correcte plek. Ik had geen bloemen meegenomen. Ik eerde haar met het bezoek, dat hierdoor het karakter van een bedevaart had gekregen.

't Is de plek tussen de twee struikjes, Er werd haar zelfs geen tuintje op de buik gegund.
Voor zoiets moet je om half zes je warme mandje verlaten. Na een kop koffie vertoonde ik wat tekenen van leven, althans, dat maakte ik mezelf wijs. Daarna was het douchen, aankleden, scheren, tanden poetsen, broodjes smeren en een thermoskan met koffie vullen.

Anton stond met de auto voor te wachten om zeven uur, zoals afgesproken. Anton is een Nieuw-Guinea veteraan, een marinier. Hij woont nu hij gepensioneerd is, elke herdenking en veteranendag bij, als het even kan. Daarvoor krijgt hij van het Ministerie van Defensie een hele zwik "Vrij Vervoertjes" en aan het eind van het jaar houdt hij er wel eens een paar over. Zo'n vrij vervoertje is gewoon een NS-dagkaart en zo kom je dus gratis heen en weer van Friesland naar Zuid-Limburg. Deal. Anton en ik kunnen het best een dag met elkaar uithouden en we besloten er een gezellige dag van te maken.

Om tien over half acht werd de auto geparkeerd in een wijk grenzend aan station Heerenveen en ruim op tijd stonden wij te wachten op de trein van 08.01 richting Utrecht. Zo vaak reis ik niet met de trein, dus ik nam rustig de tijd om het gekrioel van de reizigers, forenzen, scholieren en een enkele actieve oudere, te aanschouwen.

Zo vroeg moet je slagvaardig zijn bij het enteren van de trein, druk, druk, druk en we wilden natuurlijk wel zitten. Om met Gerard Joling te spreken: "Ik heb er de kracht niet meer voor" om dat hele kolere eind naar Zwolle en/of Utrecht te staan. We kregen een mooie plek, aan het raam, in een stilte coupé, tot groot verdriet van Anton, die wel van een praatje houdt. In een stilte coupé, de naam zegt het al, is het de bedoeling dat je je klep houdt en in een boek verdiept zit of je Ipad vingert. Geen boek bij me en voor een aai-pad ontbreekt mij de pecunia. Niet erg, ga ik lekker uit het raam staren.

In Zwolle werd het gedeelte waarin wij zaten afgekoppeld en dienden wij met gezwinde spoed in het voorste treinstel te geraken. Tot grote tevredenheid van Anton was dit een "gewone" coupé en kon Anton mij de oren van het hoofd kwekken tot Utrecht.

In Utrecht hadden wij een minuut of tien om de trein van 09.53 te halen richting Heerlen, een intercity, overigens, dat was die van Leeuwarden tot Utrecht ook. Die tien minuten heb je nodig ook, want station Utrecht wordt al sinds de vroege middeleeuwen continu verbouwd en dat zal zo blijven totdat de mensheid zichzelf uiteindelijk heeft uitgeroeid. Maar alles ging voorspoedig en keurig op tijd begon de lange rit richting Sittard. Keurig volgens schema werd de helft van de meegebrachte fourage genuttigd, zodat wij voor de terugweg ook nog wat hadden. Je kan wel iets kopen in de trein, maar dat kost de hoofdprijs en dat komt niet tot uitdrukking in de kwaliteit van het door de uitventers verkochte spul. Zelf meenemen is goedkoper en smakelijker.

Bij Zaltbommel passeerden wij de regengrens, het bleef regenen totdat wij 's avonds weer aardig in de buurt van het noorden kwamen. De weilanden en akkers zagen er tamelijk verzadigd met water uit. Nou ja, we gingen een begraafplaats bezoeken, daarbij hoort eigenlijk wel een beetje druilerige entourage, nietwaar?

In Sittard konden wij eigenlijk direct in de bus stappen die ons tot op zo'n 100 meter van de ingang van de begraafplaats Vrangendael bracht. Rond het middaguur passeerden wij het toegangshek, begeleid door een gestage druilerige regen. Op mijn gevoel liep ik eigenlijk direct naar het goede vak toe, maar ik twijfelde en besloot toch maar naar het kantoortje van de beheerder te lopen. De beheerder, die Thea van Overbeek en Fien Peelen had geholpen, Jan van Impelen was niet aanwezig, maar zijn collega was van zeer goede wil. Omdat ik, stom rund dat ik ben, de fotokopie van de begraaf gegevens van mijn grootmoeder was vergeten, moest ik op mijn geheugen vertrouwen. Ik ben een echte man, ik herinner me altijd de meest waanzinnige dingen, uit God vergeten tijden, maar ik vergeet meestal dat ik mijn vrouw heb beloofd een spijker in de muur te slaan om iets op te hangen. Selectief geheugen noemen ze dat. De begraaf gegevens waren blijkbaar in het bezit van de dames, want op de begraafplaats waren ze niet. Maar met mijn selectieve geheugen kwamen we er toch uit.

Anton had inmiddels de voor de regen schuilende begraafplaats medewerkers aan het werk gezet met de opmerking dat hij wel een kopje koffie lustte. Het gezegde zegt het al, "Met de hoed in de hand, kom je door het ganse land, maar met een grote mond, kom je heel de wereld rond". Maar de opzichter en ik gingen eerst de begraafplaats op. Geen mooie begraafplaats, wel heel erg groot, opgedeeld in terrasvormige secties. Ik maakte een opmerking dat ik had gelezen dat Toon Hermans en zijn vrouw hier ook begraven lagen en hij zei, "lopen we zo langs" en inderdaad, 50 meter van oma.

Zij hebben geen tuintje op hun buik, maar zo'n plaat ligt toch wat zwaar op de maag, dunkt me.
Daarna kregen we het verhaal wat in de eerste alinea al wordt omschreven. Graf 114 was in vak D een andere plek dan op de eerder ontvangen foto's van 8 augustus en graf 144 correspondeerde wel met die foto. Maar 't moest 114 zijn, zoals later bleek. Wel sneu, dat de bos bloemen die namens mijn neef Albert, te zamen met zijn foto op de verkeerde plek zijn neergelegd. Hem kennende, moet hij er alleen maar om grinniken, schat ik zo.

Hieronder een foto van de verkeerde plek, de bos bloemen en Ab z'n foto zijn uiteraard door de elementen vernietigd.

Graf 144 (links van de donkere zerk) is het dus niet.
We zijn teruggekeerd naar het kantoortje van de opzichter, waar we de door Anton "georganiseerde" koffie hebben genuttigd en de nodige wetenswaardigheden van het eerbiedwaardige beroep van grafdelver hebben losgepeuterd bij de betreffende vakmensen.

Uit hun informatie bleek, dat er inderdaad niet werd geruimd, zo lang er nog ruimte was op de begraafplaats. In de toekomst bestaat de mogelijkheid, bijvoorbeeld bij een herinrichting, dat het oude gedeelte wel opnieuw zal worden gebruikt, maar dan dienen de gemeente-ambtenaren wel toestemming te hebben van de rechthebbenden. We zullen het beleven en anders maar niet. Voor zover ik de familie Kamps ken, laten die in grote meerderheid hun overledenen tegenwoordig cremeren, dus van een eventuele grafruiming van een reeds lang overledene zullen ze niet wakker liggen. De echtgenote van oma, opa dus, is in 1963 begraven op het Odulphuskerkhof in Wijk aan Zee en al lang geruimd. Ik heb er niemand over gehoord.

Anton en ik waren toch al nat en liepen vanaf de begraafplaats naar de binnenstad. Ik had afgesproken met een echtpaar, dat ik had leren kennen via Twitter en Facebook. Ik had de vorige dag al aangekondigd dat ik deze bedevaart ging ondernemen en zij, woonachtig in Zuid-Limburg reageerden eigenlijk direct en stelden voor elkaar te ontmoeten in Sittard. We spraken af in het restaurant van V&D aan de markt. Het was als of we oude kennissen ontmoetten, zij had zelfs een heel leuk presentje voor mijn lief vervaardigd.

Sittard is een prachtige oude marktstad, met een Duitse uitstraling, maar ook met Nederlandse en Vlaamse invloeden. Een geweldige Markt met prachtige gevels, waaronder diverse vakwerk en op de achtergrond machtige kerktorens van imposante uitingen van het rijke, roomse leven. Vanuit één van deze grote Godshuizen moest oma destijds zijn begraven. Het was een vreemde gewaarwording, om rond te wandelen in de stad, waarin mijn vader voor een belangrijk deel zijn jeugd had beleefd. Ik wil de stad beslist nog wel eens een keer zien, maar dan wel met een lollig mei zonnetje in plaats van dit authentieke "kerkhof"-weer.

We haalden de trein van half vier uit Sittard richting Utrecht, na een felle, korte, oude mannen sprint. De reis was het omgekeerde van de heenreis, inclusief een verblijf in de stilte-coupé, tot groot leedwezen van Anton.

Om kwart voor acht 's avonds waren we thuis. Ik ben Anton heel dankbaar voor zijn "Vrij Vervoertjes" en zijn onderhoudend gezelschap. Een gedenkwaardige dag en aan mijn rug te voelen zal dit nog wel even na-ijlen. Het meubilair van de NS is ergonomisch zeer verantwoord, maar wel hard, zeker als je 8 uur in de trein hebt gezeten. Au.