donderdag 29 december 2011

De reünie, uitgestelde evualatie van je jeugd.....

Vrijdag 22 jul 2011, 's middags om een uur of half drie. Een echtpaar van middelbare leeftijd kwam het winkeltje van mijn vrouw binnen en de man vroeg haar, of ze de partner van Jan Kamps was. Hij vertelde dat hij een klasgenoot van mij was op de lagere school en de MULO (zo noemden we vroeger de basisschool en een voorganger van de MAVO/HAVO) was geweest. In ieder geval riep mijn gade mij van boven en volgde een hernieuwde kennismaking met Hugo. Nadat ik enigszins van de – prettige – verrassing was bekomen, nodigde ik het stel uit, mee naar boven te komen en volgde een gezellige paar uur waarin wij bij praatten. Het sporadische contact met hem verliep via email, gezien had ik hem sinds de laatste reünie, een jaar of twintig terug, niet meer. Hij liep rond met het idee om een nieuwe reünie van de lagere school te organiseren. 


Een reünie van mensen, geboren in 1953 en 1954, die hun jeugd hadden doorgebracht in Velsen-Noord op de Del Court van Krimpenschool, een lagere school op protestants-christelijke basis, gevestigd in een laat jaren vijftig gebouw op de hoek van het Stratingplantsoen en de Duinvlietstraat. Op de gevel stond vermeld: "Uw Koninkrijk kome...." ter herinnering aan haar voorganger, de Langeveldschool aan de Corverslaan, waar dit fragment uit het "Onze Vader" ook boven de ingang hing. Voor zover ik weet is van de Corverslaan nog een klein stukje van een meter of veertig, vijftig over. De wijk, die wij vroeger het rode dorp noemden, is al lang afgebroken en hoort nu bij het terrein van de papierfabrieken van de Crown van Gelder-groep. Overigens bestaat het gebouw van de Del Court van Krimpenschool nog steeds,  maar dat is nu een school op oecumenische grondslag en die heet nu De Schakel. Eén van onze klasgenoten werkt daar als IB-er en lerarenondersteuner. Het gebouw wordt op termijn gesloopt, voor ons één van de redenen om nog een keer een reünie te organiseren.

Er is al twee keer een reünie met onze jaargang van de lagere school geweest. De eerste was in 1971 en werd behoorlijk druk bezocht. Destijds waren we ongeveer 17 jaar oud en waren we gewoon vrolijke adolescenten. We hebben gezamenlijk gegeten in het bijgebouw van de Nederlands Hervormde kerk aan de Dijckmansstraat in Velsen-Noord en daarna een disco gehouden. Ik herinner me dat we vreselijk hebben gelachen en de hormonen rond gierden, heel normaal, gezien de leeftijd.

In 1991, twintig jaar later, werd er weer een reünie georganiseerd. Dit keer kostte het de organisatoren merkbaar meer moeite om mensen te interesseren voor een reünie. Uiteindelijk kwamen er rond de vijftien klasgenoten opdagen. In aanmerking genomen, dat er volgens mijn berekeningen minstens 48 kinderen destijds in die klas hebben gezeten, was de opkomst dus rond de dertig procent. Ga er van uit, dat een enkeling niet meer in leven was, er mensen in het buitenland woonden, of gewoon niet meer te achterhalen waren (nog geen internet in die tijd), dan viel dat niet eens tegen. Het was een avond in de oude school met een audio-installatie, drank en versnaperingen. De meesten hadden schoolgaande kinderen en waren druk bezig met hun carrière. Er werden herinneringen opgehaald en oude foto's en papier bekeken, waaronder het verslag van de eerste reünie van 1971, opgeschreven in een koortsige, puberale stijl, geforceerd komisch en niet gehinderd door enige interpunctie. Ik schaamde me dood, ik was de auteur. En tot overmaat van ramp werd mij door het schoolhoofd van dienst, inmiddels al een jaar 35 aan de school verbonden, min of meer opgedragen om over deze reünie ook een stukje te schrijven. Dat was ik niet van plan en dat heb ik niet gedaan. Te meer omdat ik betreffende avond niet erg op dreef was en niet goed in mijn vel stak. Waarom? Geen idee, 1991 is ook al twintig jaar geleden, en erg veel rustige tijden heb ik niet gekend in mijn leven. Maar ja, dan heb je tenminste stof tot schrijven. Elk nadeel heb ze voordeel, poneerde een eigentijds filosoof al.

Nu doen een aantal mensen, waaronder ik, weer een poging om het verleden te laten herleven. Doen we best wel goed, Eén keer in de twintig jaar, een prachtige regelmaat. Nu zijn we allemaal achter in de vijftig en ik vraag me af, wat elkaar nu allemaal te vertellen hebben. Misschien moeten we er een thema aan ophangen met activiteiten. Een nog op te richten organisatiecomité moet zich daar maar eens over buigen. Best moeilijk. Net als de vorige keer met een geluidsinstallatie en zoutjes en maar zien waar het op uit draait lijkt mij persoonlijk een te karig programma. Een thema rond evaluatie en reflectie is lastig, het leven loopt nu eenmaal zoals het loopt en iedereen heeft het nodige meegemaakt schat ik zo in. Hoewel zoiets ook relativerend en dus helend kan werken. Als we de organisatie rond krijgen, dan kom ik daar beslist op terug. Tot die tijd, kijken of we weer vijftien tot twintig mensen bij elkaar kunnen krijgen, dat zou mooi zijn.